2001


Arie van Geest, Desolation Row
Livingstone gallery, Den Haag / Van Spijk Art projects, Venlo
Tekst:
Mariette Josephus Jitta,
Pieter van Oudheusden.
21 x 21 cm, 72 p.
Reguliere uitgave: 1.350

Speciale uitgave:
Reguliere uitgave met bijlage(-n); een keuze uit vier met
de hand ingekleurde litho's (20 x 20 cm)



Met de hand ingekleurde lithografie (20 x 20 cm)
Collectie Etienne en Nanda Dupont, Barendrecht

Afbeelding van een van de vier met de hand ingekleurde litho's 'Desolation Row'

Met de hand ingekleurde lithografie (20 x 20 cm)

Afbeelding van een van de vier met de hand ingekleurde litho's 'Desolation Row'

Met de hand ingekleurde lithografie (20 x 20 cm)
«  terug naar Catalogi             «  terug naar Speciale uitgaven

Afbeelding van een van de vier met de hand ingekleurde litho's 'Desolation Row'

Beweeg de muiswijzer over de afbeelding om een andere versie
van de vier met de hand ingekleurde litho's te zien.

Afbeelding van een van de vier met de hand ingekleurde litho's 'Desolation Row'

Beweeg de muiswijzer over de afbeelding om een andere versie
te zien van deze editie van de litho 'Desolation Row', met de
hand ingekleurd (20 x 20 cm).


Tekstfragment Desolation Row Arie van Geest: • Livingstone gallery      
• Van Spijk Art Projects
• Kwadrant Art 9           

Desolation Row

De stuurman valt overboord

De laatste vier maanden van 1999 werkt Arie van Geest zonder onderbreking aan een reeks van 70 aquarellen, die de titel Desolation Row kreeg.

De ene aquarel bracht de andere voort, in een associatieve opeenvolging. Ideeën kregen vorm, citaten en beelden vielen op hun plaats: de herinneringen aan zijn vriendschap met Felix Valk, het aardewerk van de Mexicaanse pottenbaksters, zuidelijke stranden, de songs van Bob Dylan, de poëzie van T. S. Eliot, het schilderij De oorlog van Henri Rousseau (die op zijn beurt Goya had geciteerd),de mythe van Narcissus.
Tezamen vormen ze een poëtische waanwereld die wordt bevolkt door Maldoror, Mr Bojangles en Japie Krekel, door beschermengelen en maanzieke prinsessen, door barende dwergen en schijtende Mexicanen.

Eind december 1999 sloot hij de reeks af. Hij maakte een selectie en rangschikte ze tot een beeldverhaal van zeventig aquarellen. De volgorde van ontstaan was daarbij van ondergeschikt belang. De reeks wordt geopend door een figuur met Mickey Mouse-oren. Hij verwijst naar De kreupelen, een klein schilderij van Pieter Bruegel dat in het Louvre hangt. De protheses van zijn onderbenen hebben de vorm van paardenhoofdjes.

'Ik heb hem een traan gegeven en de tekening Artist genoemd. De metafoor van de kunstenaar, die zichzelf uit bestaande onderdelen opbouwt: in dit geval Bruegel en Disney, wat niet echt naast elkaar ligt. Hij is ruiter en paard tegelijk, een hybride samenvatting van twee begrippen: galopperen op krukken. Hij staat op twee wankele stokjes en kan elk moment omvallen. Het kunstenaarschap ten voeten uit'.


Pieter van Oudheusden.
© Arie van Geest